De wegenbelasting ofwel motorrijtuigenbelasting is een indirecte belasting die onder meer in Nederland wordt geheven op het bezit van een motorvoertuig jonger dan 40 jaar. Het is dus een houderschapsbelasting. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek verwachten de provincies en Het Rijk gezamenlijk 6,1 miljard euro aan wegenbelasting te ontvangen van automobilisten en motorrijders in het nieuwe jaar (2021). Dit bedrag is bijna even hoog als dit jaar (2020). De wegenbelasting bestaat uit 2 delen, een deel voor Het Rijk en een deel voor de provincies. Het Rijk verwacht aankomend jaar in totaal 4,4 miljard euro te innen aan wegenbelasting, dat is 0,6 procent minder dan de eerste raming voor 2020.

Volgens het CBS zijn de uitgangswaarden voor de raming van 2020 voor de opbrengsten van het Rijk naar beneden bijgesteld. Deze daling komt onder andere door de negatieve gevolgen van de coronacrisis. Er zijn minder auto’s geïmporteerd en dus minder verkocht en ook zijn er steeds meer elektrische auto’s en voor een elektrische auto hoeft men geen wegenbelasting te betalen. De provincies verwachten komend jaar in totaal 1,7 miljard euro te ontvangen aan wegenbelasting. Dit is een stijging van 2,5 procent ten opzichte van dit jaar. Deze stijging is te verklaren door dat de tarieven (opcenten) hoger zijn dan dir jaar. De provincies mogen deze verhoging van de tarieven (opcenten) zelf bepalen. Het aantal auto’s ontwikkelt zich niet in alle provincies hetzelfde. Dit zorgt dus voor aanzienlijke verschillen tussen provincies.  

Lees ook: Overzicht van een jaar waarin mobiliteit stil kwam te staan

Lees ook  Neerwaartse trend in de transportsector blijft nu al drie kwartalen aanhouden
Print Friendly, PDF & Email