Print Friendly, PDF & Email

Een lege Ridderzaal dit jaar tijdens Prinsjesdag. Koning Willem-Alexander sprak op Prinsjesdag 2020 de Troonrede uit in de Grote Kerk. In deze roerige tijden was Prinsjesdag belangrijker dan ooit en stond de miljoenennota voor een groot deel in het teken van financiële steunpakketten voor de economie. Daarnaast heeft het kabinet voor 2021 flink wat wijzigingen op stapel staan. Het Centraal Planbureau en het kabinet gaan uit van een cao-loonstijging van 1,4% in 2021. Financiële experten van de ABN-AMRO denken dat de cao-lonen met 1,1% gaan stijgen. 

Enerzijds bewegen de cao-lonen met veel vertraging mee met de rest van de economie. De belangrijkste verklaring daarvoor is de looptijd van cao’s en hoe moeilijk het is deze open te breken. Een eind 2019 afgesloten cao voor 2020 en 2021 hield geen rekening met de coronacrisis en levert dus in 2021 een relatief grote bijdrage aan de loonstijging. Deze vertraging in het systeem houdt onze cao-loonprognose in 2021 nog enigszins op peil.

“Anderzijds zijn er de afbouw in de NOW en de toenemende werkloosheid. Hierdoor kunnen werkgevers het uitblijven van een nieuwe cao als onderhandelingsvoordeel zien, omdat de omstandigheden maand na maand steeds meer een lage loongroei rechtvaardigen. Onder ‘normale’ omstandigheden zien we vertraging in onderhandelingen juist als voordelig voor de werknemers, omdat werkgevers zonder marktconforme lonen minder aantrekkelijk zijn voor sollicitanten., aldus Piet Rietman, ABN AMRO Economisch Bureau.”

Wat de loonkosten voor ondernemers ook omlaag drukt zijn de lonen in de (semi-)publieke sector. Op Prinsjesdag werd bekend dat de overheid niet investeert in bijvoorbeeld gemeenten of de zorg. In deze sectoren moeten nog cao’s worden afgesloten en de loonruimte is dus beperkt. Dit straalt af op de private sector. Met name ondernemers die personeel nodig hebben dat qua kwalificaties ook in de publieke sector zou kunnen werken, zullen merken dat het goedkoper wordt om mensen aan te trekken.

Goedkoper personeel betekent voor individuele bedrijven dat de kosten lager zijn – maar er is meer aan de hand. Een lager loonpeil in Nederland betekent ook dat bij alle bedrijven samen minder geconsumeerd wordt door alle huishoudens samen: wie minder verdient geeft minder uit. Normaal gesproken kunnen internationaal opererende ondernemingen dat nog een beetje opvangen.

Recessies zijn nooit helemaal symmetrisch: het ene moment valt de consumptie in het ene land terug, het andere moment in het andere land. Doordat de pandemie vrijwel overal tegelijk toesloeg vallen de lonen nu vrij symmetrisch terug en is het voor alle type ondernemingen maar de vraag of de lagere loonkosten iets goeds zijn, aldus Rietman in zijn artikel.

Lees ook: GTL doet onderzoek naar leveranciers Chiron koppeling

Minister van Financiën Wopke Hoekstra