Acht bestemmingen op een afstand van 800 tot 1200 kilometer van Nederland hebben potentieel voor de exploitatie van nachttreinen. Op deze acht verbindingen zouden op langere termijn in de ordegrootte van 0,7 tot 1,0 miljoen reizen per jaar kunnen worden gemaakt. Dit concludeert het Kennisinstituut voor Mobiliteitsbeleid (KiM) in het onderzoek ‘Slapend onderweg: het potentieel van de internationale nachttrein van en naar Nederland’.

 

Het gaat om de volgende acht bestemmingen: Kopenhagen, Warschau, Praag, München, Wenen, Zürich, Milaan en Turijn. Bij de huidige snelheden is de nachttrein vooral interessant voor reizen over zulke afstanden, omdat een groot deel van de reistijd slapend kan worden doorgebracht en dat deze tijd als het ware ‘vervalt’ in de afweging van de reiziger. Tevens weegt de hogere prijs van een slaapaccommodatie in de nachttrein vaak op tegen het uitsparen van een hotelovernachting.

 

De nachttrein is een duur exploitatieproduct en dit heeft verschillende oorzaken. Het specifieke materieel is duur, de personeelskosten zijn hoog omdat meer personeel nodig is dat ook nog eens vooral ’s nachts werkt en relatief weinig plaatsen per trein.

Spoorvervoerders wijzen op het ongelijke speelveld ten opzichte van de luchtvaart die immers geen btw op tickets of accijns op brandstof kent. Zij ervaren bovendien de heffingen op het gebruik van de spoorinfrastructuur als hoog. Deze heffingen dekken in tegenstelling tot bij de luchtvaart echter slechts een beperkt deel van de kosten van aanleg, onderhoud en beheer van de infrastructuur.

Verlenging van de bestaande nachttrein Wenen/Innsbruck-Düsseldorf naar Amsterdam is op dit moment één van de ideeën. Maar ÖBB (Oostenrijkse Spoorwegen) en NS geven aan dat vanwege de hoge kosten de exploitatie van deze verbinding zonder subsidie niet mogelijk is. Nieuwe, private spoorvervoerders bestrijden die opvatting en wijzen juist op de noodzaak van een gelijk speelveld voor alle vervoerders. Dat is volgens hen nu niet het geval.

Lees ook  Turboplan 2030: goederenvervoer per intercity slimme zet of spoorbijster?

 

Het KiM voerde het onderzoek uit in opdracht van de directie Openbaar Vervoer en Spoor van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). De publicatie is te downloaden op de website van het KiM.

Lees ook:

Kabinet positief op plannen NS om MaaS-platform te ontwikkelen

 

nachttrein
Pitane Blue
Print Friendly, PDF & Email